Fantastische Capriolen
Nu de ons omringende wereld steeds rauwer en gewelddadiger wordt, is voor artiesten het verbeelden van alternatieve en aantrekkelijker werelden steeds meer een artistieke noodzaak. De Nederlandse beroemde violist Jeroen de Groot biedt zo’n andere wereld met een recital waarin hij werk van Grieg combineert met dat van Saint-Saens, Ravel en Ysaye. In Sonate nr. 2 voor viool-piano van Grieg, gebaseerd op de Noorse folklore, treft
het publiek ogenschijnlijk eenvoudige melodieën met een heel eigen chromatische en harmonische stijl. Van Saint-Saens speelt Jeroen, naast het korte werk de Havanaise, ook diens grootse, relatief onbekende sonate. Beide werken vallen op door hun melodische lijnen en structuur als tekenen van fantasie en vakmanschap van de componist. Ravels Tzigane verwijst naar de Roma, niet naar het Hongaarse Cygany. Dit stuk bevat veel materiaal gebaseerd op zigeunermuziek. Het begint met een lange fantasievolle en virtuose cadans, waarna als de piano inzet, het stuk overgaat in een ware Csardas. De Groot waagt zich ook aan de beruchte bewerking, door de Belgische violist E.Ysaye van de Etude ‘Çaprice d’après l’étude en forme de Valse’ voor piano van C.Saint-Saens. Ysaye was niet alleen een groot pedagoog en dirigent maar ook een van de grootste violisten van zijn tijd. Deze geweldige Belgische viool-virtuoos heeft van dit stuk een spetterende en fantasievolle transcriptie geschreven met een hoog gehalte virtuositeit voor beide instrumenten.De Groot bestrijdt in dit programma de sombere zwaarte die ons gemoed beweegt. Na zich jaren op Bach en Beethoven te hebben geconcentreerd voelt hij zich bijna artistiek verplicht een lichtere toets aan te slaan met een recital waarin folklore, liefde, hartstocht en -virtuositeit de strijd aanbinden met het wereldse geweld, de uitzichtloosheid en oppervlakkigheid van onze tijd.
- Jeroen de Groot: viool
- Bernd Brackman: piano